BGP (Border Gateway Protocol) beheert BGP-peeringbeleid met behulp van de volgende stappen:
1. Identificatie van peering-partners: De beheerder van het BGP-netwerk moet de verschillende externe netwerken beoordelen met wie het wil peeren. Dit kan gebaseerd zijn op verschillende criteria, zoals geografische nabijheid, bedrijfsdoelstellingen, technische expertise, enz.
1. Onderhandeling over de peering-overeenkomst: Na de identificatie van de potentiële peering-partners en het vaststellen van de technische vereisten wordt een peering-overeenkomst onderhandeld. Dit bevat de technische details van de peering, zoals de BGP-parameters, het IP-adres dat wordt gebruikt voor de peering-verbinding, de routefilters en de SLA’s (service level agreements).
1. Implementatie en beheer van de peering-overeenkomst: Nadat de peering-overeenkomst is ondertekend, moeten de BGP-routers worden geconfigureerd om de gewenste peering te activeren. De beheerder dient regelmatig te controleren of de peering naar behoren functioneert en of er eventuele wijzigingen of aanpassingen nodig zijn.
1. Monitoring en evaluatie van de peering-overeenkomst: De prestaties van de peering-overeenkomst moeten voortdurend worden gecontroleerd om te zorgen dat de verbinding op een optimaal niveau functioneert. Hierbij kan gedacht worden aan zaken als latency, packet loss, route stabillity etcetera. Indien er problemen worden geconstateerd, moeten er maatregelen worden genomen om het probleem op te lossen.
1. Beëindiging van de peering-overeenkomst: Als de peering-overeenkomst niet meer noodzakelijk is, kan deze worden beëindigd. Dit kan gebeuren om verschillende redenen, zoals zakelijke reorganisaties, technologische veranderingen of fusies en overnames.