BGP maakt gebruik van het TCP-protocol om route-updates te verzenden en te ontvangen tussen BGP-peer-routers. Wanneer een BGP-router updates ontvangt, worden de ontvangen routes vergeleken met de bestaande routes in de routing-tabel. Als er een betere route is, wordt deze nieuwe route toegevoegd aan de routing-tabel en wordt de oude route naar die bestemming verwijderd. Dit proces wordt beheerd via BGP-attributen die informatie geven over de kenmerken van de routes en kunnen worden gebruikt om de beste route te selecteren. Bovendien, wanneer een BGP-router een update verzendt, worden alleen wijzigingen in de routing-tabel verzonden in plaats van de volledige route-informatie, wat de efficiëntie van het proces vergroot en de belasting van het netwerk vermindert.