Border Gateway Protocol (BGP) is een routingprotocol dat wordt gebruikt om de weg te bepalen voor het doorsturen van netwerkverkeer tussen autonome systemen (AS) op het internet. BGP kan verbindingsfouten voorkomen door de volgende maatregelen te nemen:
1. Route-filtering: AS kan ongeldige routes filteren om ervoor te zorgen dat alleen geldige routes naar het netwerk worden gestuurd. Dit voorkomt het doorsturen van verkeer via ongeldige paden.
1. Path authentication: BGP maakt gebruik van path authentication om ervoor te zorgen dat de ontvangen route van een legitieme bron komt. Dit geeft een extra niveau van beveiliging en voorkomt kwaadaardige routingaanvallen.
1. Graceful shutdown: Wanneer AS de verbinding met een andere AS verbreekt, stuurt BGP een “graceful shutdown” -bericht om ervoor te zorgen dat er geen afgebroken verbindingen zijn en dat het verkeer correct wordt doorgestuurd naar beschikbare paden.
1. BGP-sessie monitoring: Dit houdt in dat er continu wordt gecontroleerd of de BGP-sessie actief is en correct functioneert. Als er problemen worden gedetecteerd, kan er snel actie worden ondernomen om de verbinding te herstellen.
1. Routing redundancy: AS kan redundante paden instellen om te voorkomen dat het netwerk verbindingsfouten ondervindt door een enkelvoudige storing. Dit zorgt ervoor dat er altijd een alternatieve route is om verkeer door te sturen.
