ChatGPT’s API laat gebruikers de uitvoer beïnvloeden door gebruik te maken van de volgende parameters:
1. `messages`: dit is een lijst van berichtobjecten die worden doorgegeven aan de chatmodellen. Elk berichtobject moet een ‘role’ (rol) hebben die ‘system’, ‘user’, of ‘assistant’ (assistant is de AI) kan zijn, en ‘content’, dat de inhoud van het bericht bevat.
1. `temperature`: dit bepaalt de willekeur van de uitvoer van ChatGPT. Een hogere temperatuur brengt meer willekeur of variatie in de uitvoer, terwijl een lagere temperatuur tot meer geconcentreerde of voorspelbare uitvoer leidt.
1. `max tokens`: deze parameter beperkt de lengte van de antwoorden van de assistant. Als je de waarde instelt op een klein getal (bijvoorbeeld 5), is de kans groot dat de antwoorden van de assistant gekortwiekt en dus niet logisch worden. Gebruik dit voorzichtig.
Bovendien kunnen systemberichten worden gebruikt om het gedrag van de assistent gedurende het gesprek te beïnvloeden. Een systeembericht stelt de assistent bijvoorbeeld instructies zoals ‘Je bent een assistent die praat alsof Shakespeare.’ Je kunt ook gebruikersberichten volgen met instellingsmeldingen om gedrag in de conversatiestroom te injecteren.