Een DNS-server wordt gebruikt om domeinnamen om te zetten in IP-adressen. Wanneer een gebruiker bijvoorbeeld een website wil bezoeken, typt hij de domeinnaam in zijn webbrowser. De DNS-server vertaalt deze domeinnaam vervolgens naar het IP-adres van de server waarop de website zich bevindt, zodat de webbrowser verbinding kan maken met de juiste server en de inhoud van de website kan ophalen en weergeven. Zonder DNS-servers zouden gebruikers alleen toegang hebben tot websites door te navigeren naar de IP-adressen van die websites, wat onpraktisch en moeilijk te onthouden is.