Het koppelen van Docker-containers kan op verschillende manieren worden bereikt, waaronder Docker-compose, Docker CLI en netwerkinstellingen. Volg de onderstaande stappen om Docker-containers te koppelen.
1. Met Docker CLI:
- Creëer de eerste container. bv., `docker run -d —name db redis:latest`
- Creëer de tweede container en link deze naar de eerste. bv., `docker run -d —name app —link db:db myapp:latest`
1. Met Docker-compose:
Creëer een docker-compose.yml bestand in de root van uw project met de volgende inhoud: \`\`\` version: “3“ services: db: image: redis:latest container\_name: db app: image: myapp:latest container\_name: app links: – db \`\`\` Voer vervolgens `docker-compose up` uit om de containers te bouwen en te starten.1. Met netwerkinstellingen:
- Creëer een netwerk. bv., `docker network create mynetwork`
- Creëer de eerste container binnen het netwerk. bv., `docker run -d —name db —network mynetwork redis:latest`
- Creëer de tweede container binnen hetzelfde netwerk. bv., `docker run -d —name app —network mynetwork myapp:latest`
Let op: Het gebruik van `—link` wordt als verouderd beschouwd en over het algemeen wordt aanbevolen om het netwerkmodel van Docker te gebruiken. Bij deze methode kunnen containers met elkaar communiceren door de naam van de container als hostnaam te gebruiken.
Containers in hetzelfde netwerk kunnen elkaar bereiken en communicatie vindt plaats via goed gedefinieerde kanalen.
