Persistente opslag in Docker stelt gebruikers in staat om data te behouden over meerdere Docker containers en sessies. Dit is nuttig voor bijvoorbeeld databases, waarbij een hoeveelheid van data wordt opgeslagen die behouden moet blijven na het stoppen en opnieuw starten van een container.
Het beheren van persistente opslag met Docker kan worden bereikt door een aantal verschillende methodes, waaronder Docker volumes, bind mounts, en tmpfs volumes. Hier is een korte handleiding over hoe u elk van hen kunt gebruiken:
1. Docker Volumes: Docker volumes zijn de meest geschikte manier om persistente data op te slaan. Ze zijn eenvoudig te maken, gebruiken, back-uppen of te migreren.
- Creëer een Docker volume met het `docker volume create` commando.
- U kunt dit volume dan aan een container koppelen met het `-v` flag wanneer u de `docker run` commando gebruikt, bijvoorbeeld: `docker run -d -v mijnvolume:/pad/in/container mijnimage`.
1. Bind Mounts: Bind mounts kunnen worden gebruikt voor persistente of niet-persistente Docker opslag. Wanneer u een bind mount gebruikt, u koppelt eigenlijk een directory of bestand van de Docker host naar de Docker container.
- Gebruik het `-v` flag om een bind mount te maken op het moment dat je een container start, bijvoorbeeld: `docker run -d -v /pad/op/host:/pad/in/container mijnimage`.
1. tmpfs volumes: tmpfs volumes wonen in het geheugen van de host en kunnen gebruikt worden voor gevallen waarin u geen data wil behouden als de container stopt.
Al deze methodes, samen met andere configuraties zoals het koppelen van volumes aan multiple containers of het delen van data tussen containers, kunnen gebruikt worden om complexe applicaties en services in Docker op te zetten.