Debuggen van een applicatie in een Docker-container kan complex zijn, vooral omdat de tools en technieken voor het debuggen van de applicatie zelf mogelijk niet beschikbaar zijn in de containeromgeving. Hier zijn de stappen hoe je dit kan doen:
1. Interactieve shell: Voer de container uit met een interactieve shell, zodat je de applicatie rechtstreeks in de container kan uitvoeren, ermee kan werken en eventuele problemen kan onderzoeken.
1. Docker logs: Gebruik “docker logs” om de logbestanden van de container te krijgen. Dit kan je veel informatie geven over wat er met de applicatie gebeurt.
1. Docker exec: Gebruik “docker exec” om commands in een draaiende container te runnen. Je kan bijvoorbeeld een shell starten in een Docker-container met “docker exec -it en dan de nodige debugging tools installeren en gebruiken.
1. Debugging tools: Installeer en gebruik remote debugging tools die werken met Docker. Sommige programmeerplatforms bieden dergelijke tools aan. Je kan bijvoorbeeld de remote debugging functies van IDE’s zoals Visual Studio Code, PyCharm, IntelliJ, etc. gebruiken.
1. Test scripts: Schrijf en gebruik testscripts in je Dockerfile. Dit kan helpen bij het identificeren van problemen tijdens de bouwfase van de container.
1. Health checks: Gebruik health checks om te bevestigen dat de container correct draait.
1. Docker inspect: Gebruik “docker inspect” om details te krijgen over de containerconfiguratie.
Belangrijk: Vergeet niet dat het debuggen in een Docker-container beter kan worden gedaan in een ontwikkelingsomgeving, om de productieomgeving niet te beïnvloeden.
