Docker maakt het mogelijk om containers te creëren en uit te voeren op hetzelfde localhost netwerk of in afzonderlijke, gedefinieerde netwerken. Hier zijn enkele stappen die u kunt volgen om een netwerk te delen tussen Docker-containers:
1. Maak een nieuw netwerk aan: Voer de volgende opdracht uit in de opdrachtregel-interface om een nieuw Docker netwerk aan te maken:
\`\`\`bash docker network create myNetwork \`\`\` Hier is “myNetwork” de naam die u geeft aan uw nieuwe netwerk. U kunt elke naam gebruiken die u wilt.1. Voer containers uit op het nieuwe netwerk: Om een container op dit netwerk uit te voeren, voegt u eenvoudigweg de optie `—net=myNetwork` toe aan de Docker run-opdracht. Bijvoorbeeld:
\`\`\`bash docker run -d —net=myNetwork —name=container1 myImage \`\`\` Hierdoor wordt container1 uitgevoerd binnen het nieuw gecreëerde myNetwork-netwerk. Herhaal dit voor elke container die u aan het netwerk wilt toevoegen.1. Verbinding maken met andere containers binnen het netwerk: Als container1 nu verbinding wil maken met een andere container op dit netwerk, kan het simpelweg de container naam gebruiken als het adres.
Houd er rekening mee dat Docker ook een standaard ‘bridge’-netwerk heeft waarin alle nieuwe containers worden gelanceerd, tenzij een ander netwerk is gespecificeerd. U kunt ook uw eigen bridge-netwerk maken met aangepaste instellingen.
Merk ook op dat alle containers in hetzelfde netwerk zich bewust zijn van elkaar via container namen, wat betekent dat ze elkaar op het netwerk kunnen vinden en ernaar kunnen verwijzen via de container namen.