Zowel Docker als Kubernetes zijn krachtige tools voor containerisatie en orchestratie. Ze kunnen samen worden gebruikt om gecontaineriseerde applicaties op een gedistribueerde en schaalbare manier te beheren. Hier is een algemene handleiding voor het gebruik van Docker met Kubernetes:
1. Docker Installeren: In de eerste stap moet Docker als container-runtime op je machine geïnstalleerd zijn.
1. Kubernetes Installeren: Kubernetes kan worden geïnstalleerd op een reeks van platforms variërend van bare metal machines tot cloud infrastructuren.
1. Kubernetes Cluster Configureren: Er zijn veel manieren om een Kubernetes-cluster te maken. Een eenvoudige manier is door Minikube te gebruiken voor lokale implementatie. Voor cloud deployments, kun je gebruikmaken van Google Kubernetes Engine (GKE) of Amazon Elastic Kubernetes Service (EKS).
1. Docker images maken: Voor je een applicatie kunt uitvoeren op Kubernetes, moet je de applicatie verpakken in een Docker container image.
1. Kubernetes objecten maken: Zodra je Docker images hebt gecreëerd, zul je Kubernetes objecten moeten configureren om te bepalen hoe deze containers moeten worden ingezet. Dit kan omvatten het creëren van Deployments, Pods, en Services.
1. Deployment Van De Applicatie: Gebruik kubectl, de command-line tool voor Kubernetes, om je applicatie te deployen op het Kubernetes cluster. Je kunt de “kubectl apply” opdracht gebruiken om je configuraties toe te passen.
1. Beheer en schaal je applicatie: Maak gebruik van Kubernetes-services zoals autoscaling om automatisch nieuwe pods toe te voegen of te verwijderen op basis van de CPU-usage van je applicatie.
Belangrijk is om te weten dat Docker en Kubernetes complexe tools zijn met veel diepgaande onderwerpen. Dit is slechts een simpel overzicht van de meest voorkomende stappen om ze samen te gebruiken.