Er zijn verschillende manieren om gegevens te delen tussen Docker-containers:
1. Docker Volumes: Dit is de meest gebruikte methode. Het maakt een speciale directory op de hostmachine die vervolgens kan worden gemount op de containers. Dit staat bestanden toe om gemakkelijk gedeeld en herbruikt te worden tussen containers. De data blijft bewaard, ook als de container stopt of verwijderd wordt.
1. Docker Bind mounts: Dit is een meer geavanceerde feature, waarbij gegevens van de hostmachine rechtstreeks naar de container worden gekopieerd – inclusief systeembestanden en -mappen. Deze methode wordt meestal gebruikt voor specifieke doeleinden en is minder algemeen.
1. Docker tmpfs mounts: Met tmpfs kan je gegevens in het containergeheugen opslaan, wat een hogere schrijfsnelheid mogelijk maakt. Deze gegevens gaan verloren als de container wordt gestopt of verwijderd.
1. Networking: Je kunt containers ook met elkaar verbinden door ze in dezelfde netwerkruimte te plaatsen. Dit kan gedaan worden met de `—network` optie in de `docker run` commando.
1. Inter-Process Communication (IPC): Deze methode maakt het mogelijk voor processen in verschillende containers om met elkaar te communiceren. Voor het delen van gegevens wordt dit meestal gebruikt in combinatie met een van de bovenstaande methoden.
Het kiezen van de juiste methode hangt af van de specifieke vereisten van je applicatie. Het is belangrijk om de documentatie van Docker te raadplegen voor meer details over elk van deze opties.