Het maken van een back-up van een Docker-container kan worden gedaan door zijn gegevens te dumpen op een opslagapparaat. U kunt een container ook herstellen door een nieuwe container te maken op basis van de zojuist gemaakte backup. Hieronder is een stapsgewijze handleiding:
De eerste stap is het maken van een back-up van de Docker-container. Dit kan worden gedaan met de commando’s `docker commit` en `docker save`.
- Zoek het ID of de naam van uw Docker-container door `docker ps -a` uit te voeren.
- Maak vervolgens een snapshot van deze container met `docker commit`. Bijvoorbeeld, als het ID van uw container ‘556e403b6880’ is, kunt u de volgende code uitvoeren:
- `docker commit 556e403b6880 my-backup`
- Nu kunt u deze snapshot exporteren naar een tgz-bestand met `docker save`:
- `docker save -o ~/my-backup.tar my-backup`
Het herstellen van een Docker-container uit een back-up bestaat uit het laden van het gealexporteerde tgz-bestand en het opnieuw draaien van de container.
- Laad eerst de Docker-image met `docker load`:
- `docker load -i ~/my-backup.tar`
- Dit zal de image met de tag ‘my-backup’ terugbrengen. Nu kunt u een nieuwe container op basis van deze image uitvoeren met `docker run`:
- `docker run -t -d —name my-restored-container my-backup`
Er moet worden opgemerkt dat dit proces alleen een back-up maakt van de container zelf en zijn gegevens. Het maakt geen back-up van eventuele volumes die door de container kunnen worden gebruikt. Als u een back-up wilt maken van de volumes, kunt u de gegevens van de volumes naar uw host-systeem kopiëren. Het herstellen van de volumes betekent dat de gegevens terug naar de containers worden gekopieerd.
