Docker inspecteren is een commando dat informatie geeft over Docker objecten zoals containers, images, volumes en networks. De basis syntax van het commando is `docker inspect [OPTIONS] NAME|ID [NAME|ID…]`.
De output is in JSON-formaat en bevat gedetailleerde informatie over de configuratie en de status van het Docker-object, bijvoorbeeld wanneer een container werd gecreëerd, het bestandssysteem dat wordt gebruikt, het netwerk waarmee het is verbonden, milieuvariabelen, enz.
Het commando wordt op de volgende manier gebruikt:
1. Om een Docker-container te inspecteren, typ je `docker inspect container_id_or_name` in je terminal. Je vervangt ‘container_id_or\_name’ door de ID of de naam van de container die je wilt inspecteren.
1. Als je specifieke informatie uit de output wilt halen, kun je de `-f` of `—format` optie van `docker inspect` gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld het IP-adres van een container krijgen door `docker inspect -f ‘{{ .NetworkSettings.IPAddress }}’ container_id_or_name` te typen.
1. Je kunt ook een Docker-image inspecteren door `docker inspect image_id_or_name` te typen. Deze opdracht geeft informatie over de image, zoals de Dockerfile instructies die werden gebruikt om het te bouwen, de commando’s die worden uitgevoerd wanneer een container uit de image wordt gecreëerd, enz.
1. Om een Docker volume of netwerk te inspecteren, gebruik je respectievelijk `docker inspect volume_id_or_name` en `docker inspect network_id_or_name`.
Let op: je moet de juiste machtigingen hebben om Docker-opdrachten uit te kunnen voeren. Als je een `permission denied` fout krijgt, probeer het dan opnieuw met `sudo`. Bijvoorbeeld, `sudo docker inspect container_id_or_name`.