De functies die op een Function-as-a-Service (FaaS) platform zijn geïmplementeerd, worden automatisch geschaald door het FaaS platform zelf.
In FaaS, worden de functies uitgevoerd in containers die automatisch gestart en gestopt worden. Het platform monitort het verkeer en de belasting op de functies en past de schaal van de containers aan op basis van het aantal ingezonden verzoeken. Dit zorgt ervoor dat de functies in staat zijn om op elk moment te reageren op de veranderende vraag.
Er zijn verschillende manieren waarop FaaS-platforms schalen, waaronder horizontale schaalvergroting en verticale schaalvergroting. Bij horizontale schaalvergroting worden nieuwe containers gestart om het verkeer te kunnen verwerken. Bij verticale schaalvergroting worden de resources van de bestaande containers vergroot om de belasting te kunnen verwerken.
Door automatische schaling kunnen ontwikkelaars en bedrijven gemakkelijk schaalbare en flexibele applicaties bouwen zonder zich zorgen te hoeven maken over het configureren van de infrastructuur en over het managen van de servercapaciteit die nodig is om de applicatie te ondersteunen.