HTTP-code-injectie is een aanvalsmethode waarbij een aanvaller kwaadaardige code in een HTTP-verzoek invoert om ongeautoriseerde acties uit te voeren op de server of om gevoelige informatie te verkrijgen.
Er zijn verschillende manieren waarop HTTP-code-injectie kan plaatsvinden, zoals:
1. SQL-injectie: hierbij voert de aanvaller SQL-code in een HTTP-verzoek in om de database van de server te manipuleren of gevoelige informatie op te halen.
1. Cross-site scripting (XSS): hierbij voert de aanvaller JavaScript-code in een HTTP-verzoek in om schadelijke acties uit te voeren, zoals gebruikers omleiden naar een kwaadaardige website of gevoelige informatie te verzamelen.
1. Command injection: hierbij voert de aanvaller shell-commando’s in een HTTP-verzoek in om de server te compromitteren of gevoelige informatie te verkrijgen.
Om zich te beschermen tegen HTTP-code-injectie-aanvallen kunnen serverbeheerders en ontwikkelaars verschillende beveiligingspraktijken toepassen, zoals het valideren en filteren van gebruikersinvoer, het gebruik van parameterbinding in SQL-queries en het beperken van de rechten van servergebruikers.