Authenticatie op basis van clientcertificaten werkt als volgt:
1. Het certificaat: De client (bijv. een webbrowser) heeft een certificaat geïnstalleerd dat door een vertrouwde derde partij (Certificaatautoriteit) is uitgegeven. Het certificaat bevat informatie over de identiteit van de client, zoals de naam en het serienummer.
1. De aanvraag: Wanneer de client toegang wil tot een beveiligde website, verstuurt deze een aanvraag naar de server. De aanvraag bevat het clientcertificaat.
1. Verificatie: De server controleert de geldigheid en authenticiteit van het clientcertificaat. Dit gebeurt door het certificaat te controleren bij de Certificaatautoriteit die het certificaat heeft uitgegeven. Als het certificaat geldig is en de identiteit van de client overeenkomt met de verwachte identiteit, wordt de toegang verleend.
1. Versleuteling: Na de verificatie worden de gegevens tussen de client en de server versleuteld om de privacy en veiligheid van de communicatie te waarborgen.
Op deze manier zorgt authenticatie op basis van clientcertificaten voor een veilige en betrouwbare verbinding tussen de client en de server.