Een HTTP-firewall werkt door het inspecteren van alle HTTP-verkeersstromen tussen de webserver en de clients om te bepalen of deze voldoen aan de vastgelegde beveiligingsbeleidsregels. Dit wordt meestal gedaan op basis van bepaalde regels en policies die de beveiligingsparameters van de organisatie weergeven.
Een HTTP-firewall gebruikt verschillende technologieën om te bepalen of het verkeer al dan niet veilig is. Deze technieken omvatten meestal het controleren op ongeoorloofde URL’s, SQL-injecties, cross-site scripting-aanvallen (XSS), schadelijke bestandsoverdrachten en verdachte activiteiten van de gebruiker.
Wanneer de HTTP-firewall verdachte activiteit detecteert, kan deze actie ondernemen. Dit kan variëren van het blokkeren van de toegang tot bepaalde websites of webpagina’s tot het invoegen van JavaScript-code waarmee de gebruiker wordt gewaarschuwd voor de mogelijke dreiging. De HTTP-firewall kan ook rapporten genereren van de activiteiten, waardoor beheerders inzicht krijgen in de aard van de aanvallen die plaatsvinden, en actie kunnen ondernemen om de beveiliging te verbeteren en toekomstige aanvallen te voorkomen.