Mailservers gebruiken IMAP om updates met clients te synchroniseren. Wanneer er wijzigingen worden aangebracht in de mailbox van een gebruiker (bijvoorbeeld door het toevoegen of verwijderen van een bericht), wordt dit gemeld aan de mailserver. De mailserver slaat vervolgens deze wijziging op en stuurt een update naar de IMAP-client om ervoor te zorgen dat de mailbox van de gebruiker in realtime wordt bijgewerkt. IMAP ondersteunt ook push-updates, waarbij de mailserver de client automatisch op de hoogte stelt van nieuwe e-mails in de mailbox, zonder dat de client voortdurend hoeft te zoeken naar updates. Dit zorgt voor een snellere en efficiëntere synchronisatie tussen mailservers en clients.