IMAP (Internet Message Access Protocol) geeft toegang tot e-mails die zijn opgeslagen op een externe mailserver door een directe verbinding tussen de e-mailclient en de mailserver te maken. Dit betekent dat de e-mails niet worden gedownload naar de computer van de gebruiker, maar kunnen worden bekeken en beheerd via de e-mailclient, zoals Microsoft Outlook of Mozilla Thunderbird.
Wanneer de e-mailclient met de mailserver communiceert via IMAP, gebruikt het protocol verschillende commando’s om de inhoud van de e-mails op te halen en deze aan de gebruiker te presenteren. Bijvoorbeeld, de IMAP-commando’s “SELECT” en “FETCH” worden gebruikt om respectievelijk een bepaalde mailbox te selecteren en een specifieke e-mail op te halen uit die mailbox.
IMAP ondersteunt ook synchrone communicatie tussen de e-mailclient en de mailserver, wat betekent dat elke keer dat de gebruiker een actie uitvoert op een e-mail (zoals markeren als gelezen of verwijderen), deze wijziging onmiddellijk wordt doorgevoerd op de mailserver. Dit betekent dat dezelfde wijzigingen worden gesynchroniseerd over elk apparaat dat is verbonden met de e-mailaccount.