Routers en hosts behandelen IPv6-adressen op een vergelijkbare manier als IPv4-adressen, maar er zijn enkele belangrijke verschillen:
1. IPv6-adressen zijn langer dan IPv4-adressen. IPv6-adressen hebben 128 bits, terwijl IPv4-adressen 32 bits hebben.
1. IPv6-adressen worden gewoonlijk geschreven met hexadecimalen (base 16) in plaats van decimalen (base 10), omdat hexadecimale getallen op een efficiënte manier meer bits kunnen vertegenwoordigen.
1. Elke IPv6-host heeft minstens één uniek, openbaar adres en kan meerdere lokale adressen hebben, die alleen binnen het lokale netwerk worden gebruikt.
1. Routen van IPv6-pakketten is vergelijkbaar met IPv4. Routers gebruiken hun routingtabellen om te bepalen waar een pakket naartoe moet worden gestuurd, en ze kunnen ook meerdere paden voor hetzelfde bestemmingsadres hebben.
1. IPv6 heeft echter geen broadcastadressen en maakt gebruik van multicastadressen voor groepscommunicatie. Hierdoor kunnen routers en hosts efficiënter informatie delen.
