Om een LDAP-server te gebruiken voor openbaar identiteitsbeheer, moet je de volgende stappen volgen:
1. Installeer een LDAP-server op het netwerk. Er zijn verschillende gratis en commerciële servers beschikbaar die je kan gebruiken.
1. Configureer de LDAP-server met de juiste benodigdheden, zoals de URI van de server, het binddn en wachtwoord, en zoekfilters en kenmerken.
1. Maak een schema voor de identiteitsgegevens op de LDAP-server. De schema moet alle relevante attributen bevatten die je nodig heeft voor identiteitsgegevens, zoals gebruikersnaam, wachtwoord, e-mailadres, enz.
1. Voeg gebruikers toe aan de LDAP-server. Dit kan handmatig worden gedaan of automatisch door een provisioning-tool, zoals IdM of Okta.
1. Implementeer Single Sign-On (SSO) om gebruikers toegang te geven tot verschillende applicaties. Dit betekent dat gebruikers zich slechts eenmaal hoeven aanmelden en dan toegang hebben tot alle toegestane applicaties.
1. Implementeer multi-factor authenticatie (MFA) om de veiligheid van de toegang te verhogen. Dit kan worden gedaan met behulp van tools zoals Google Authenticator of Duo Security.
1. Stel beleidsregels in om de toegang te beheren en te beveiligen. Dit omvat het verminderen van het risico op gegevensverlies door te voorkomen dat gebruikers te veel toegang hebben tot gevoelige informatie.
Nadat je deze stappen hebt doorlopen, heb je met succes een LDAP-server opgezet voor openbaar identiteitsbeheer. Het biedt een veiliger en efficiënter systeem voor gebruikers om toegang te krijgen tot meerdere applicaties zonder dat ze zich telkens opnieuw moeten aanmelden.