Stap 1: Zorg ervoor dat de LDAP-server en DNS-directory zijn geïnstalleerd en geconfigureerd.
Stap 2: Meld u aan bij de DNS-directory-beheerconsole en maak een nieuwe zone aan voor de LDAP-server. Zorg ervoor dat u de juiste naamserver- en domeingegevens opgeeft.
Stap 3: Stel een reverse DNS-zone in voor de LDAP-server. Dit helpt bij het omzetten van IP-adressen naar hostnamen.
Stap 4: Configureer de LDAP-server zodat deze zijn DNS-gegevens kan registreren in de DNS-directory. Hiervoor moet u mogelijk de juiste DNS-clientsoftware installeren en configureren.
Stap 5: Zorg ervoor dat de DNS-registratie van de LDAP-server correct werkt door een DNS-query uit te voeren op de LDAP-server en te controleren of de hostnaam en IP-adresgegevens correct worden weergegeven.
Stap 6: Test de LDAP-integratie door een LDAP-query uit te voeren op de DNS-directory. Als deze correct werkt, kunt u de LDAP-server en DNS-directory als geïntegreerde services gebruiken.