Een LDAP-server verschilt op verschillende manieren van een traditionele database:
1. Doel: Een LDAP-server is ontworpen voor het opslaan en ophalen van directory-informatie, terwijl een traditionele database is ontworpen voor algemene dataverwerking.
1. Gegevensstructuur: De gegevens zijn in een LDAP-server in een hiërarchische boomstructuur opgeslagen, terwijl in een traditionele database de gegevens meestal in tabellen worden opgeslagen met relaties tussen de tabellen.
1. Toegangscontrole: LDAP-servers hebben een mechanisme voor toegangscontrole dat is gebaseerd op de toegang tot directory-objecten en de attributen daarvan, terwijl een traditionele database meestal gebaseerd is op SQL-opties voor toegangscontrole.
1. Replicatie: Een LDAP-server ondersteunt replicatie van directory-gegevens tussen verschillende servers, terwijl een traditionele database meestal replicatie van gegevens met aangepaste maatwerkoplossingen moet ondersteunen.
1. Protocollen: LDAP-servers ondersteunen meestal het LDAP-protocol voor toegang tot directory-informatie, terwijl traditionele databases meestal ondersteuning bieden voor SQL of SOAP-gebaseerde web-API’s.
Kortom, LDAP-servers en traditionele databases zijn ontworpen voor verschillende doeleinden en hebben verschillende manieren om gegevens op te slaan en te beheren.