Linux Containers (LXC) gebruiken cgroups (control groups) om RAM-bronnen toe te wijzen en te beheren tussen containers. LXC zelf biedt geen directe methode voor het instellen van RAM-limieten, maar vertrouwt op deze cgroups om middelen te reguleren.
Elke LXC-container krijgt een cgroup, waarin het operating system limieten kan instellen voor het gebruik van bronnen zoals CPU, RAM, IO, enz. Het OS kan restricties opleggen op het totale geheugen (RAM) dat een cgroup kan gebruiken, dus het kan bepalen hoeveel RAM elke container kan gebruiken.
Dit wordt meestal gedaan aan de hand van configuratiebestanden. Voor LXC is het hoofdconfiguratiebestand meestal gelegen onder /etc/lxc/default.conf (of onder /var/lib/lxc/[container]/config afhankelijk van de specifieke setup). Daarin kunnen instellingen zoals lxc.cgroup.memory.limit_in_bytes worden geconfigureerd om de hoeveelheid RAM die elke container kan gebruiken te beperken.
Het is ook mogelijk om deze instellingen dynamisch te wijzigen, zelfs terwijl de containers draaien, door schrijven naar de locatie van het cgroup-bestandssysteem in /sys/fs/cgroup/memory/lxc/[container]/memory.limit_in_bytes.
