MAPI (Messaging Application Programming Interface) behandelt bijlagen als losse bestanden die samen met het bericht worden verstuurd. De bijlagen worden niet in het bericht zelf opgeslagen, maar als aparte bestanden bij het bericht gevoegd.
Wanneer een gebruiker een e-mail met bijlagen verzendt, worden de bijlagen opgeslagen op de lokale computer van de gebruiker. Vervolgens worden de bijlagen opgenomen in het bericht en verstuurd naar de ontvanger.
Wanneer de ontvanger het bericht ontvangt, worden de bijlagen opgeslagen in een tijdelijke locatie op hun computer. De ontvanger kan de bijlagen bekijken of opslaan op hun computer.
MAPI ondersteunt verschillende bestandsindelingen voor bijlagen, waaronder Microsoft Office-bestanden, afbeeldingen, PDF-bestanden en gecomprimeerde bestanden.
Als een bericht meerdere bijlagen heeft, kunnen deze worden gebundeld in een zip-bestand om de grootte van het bericht te verkleinen en de verzending te vergemakkelijken.