Het instellen van een master-slave-database in MariaDB voor replicatie is een complex proces dat verschillende stappen vereist. Hieronder vindt u de basisinstructies om dit te doen. Zorg ervoor dat je een basiskennis hebt van MariaDB en comfortabel bent met de commandoregel voordat je begint.
Let op dat deze aanwijzingen er vanuit gaan dat je MariaDB al hebt geïnstalleerd op beide servers: de master en de slave.
1. Configureer de masterdatabase:
- Open my.cnf bestand op de master server. Dit bestand is meestal te vinden onder /etc/mysql/ of /etc/mysql/mariadb.conf.d/.
- Voeg de volgende regels toe onder de [mysqld] sectie. Zorg ervoor dat je ‘server-id’ en ‘log-bin’ bijwerkt met de juiste waarden voor je installatie:
\`\`\` [mysqld] server-id = 1 log-bin = /var/log/mysql/mysql-bin.log binlog-do-db = uw-database-naam \`\`\`- Restart MariaDB met het commando `sudo systemctl restart mariadb`.
- Log in op MariaDB met het commando `mysql -u root -p`.
- Voer het volgende SQL-commando uit om de replicatiegebruiker aan te maken:
\`\`\` GRANT REPLICATION SLAVE ON . TO ‘slave\_user’@’%’ IDENTIFIED BY ‘password’; \`\`\`- Voer het commando `FLUSH PRIVILEGES;` uit om de rechten te herladen.
- Voer het commando `SHOW MASTER STATUS;` uit. Noteer de bestandsnaam en positie, u heeft deze nodig bij het configureren van de slave.
1. Configureer de slavedatabase:
- Open het bestand my.cnf op de slave server.
- Voeg de volgende regels toe onder de [mysqld] sectie:
\`\`\` [mysqld] server-id = 2 relay-log = /var/log/mysql/mysql-relay-bin.log log\_bin = /var/log/mysql/mysql-bin.log binlog-do-db = uw-database-naam \`\`\`- Restart MariaDB.
- Log in op MariaDB.
- Geef het volgende SQL-commando, zorg ervoor dat je de waarden voor het MASTER_LOG_FILE en MASTER_LOG_POS bijwerkt naar de waarden die je eerder genoteerd hebt:
\`\`\` STOP SLAVE; CHANGE MASTER TO MASTER_HOST=‘master-ip’,MASTER_USER=‘slave_user’, MASTER_PASSWORD=‘password’, MASTER_LOG_FILE=‘log-file-name’, MASTER_LOG_POS= log-position; START SLAVE; \`\`\`1. Test de replicatie:
- Maak een nieuwe tabel aan of voer een wijziging uit op de masterdatabase.
- Controleer of deze wijzigingen zich ook voordoen naar de slavedatabase. Als dat zo is, is de replicatie met succes geconfigureerd.
Let op: Deze instructies zijn een snelgids en kunnen variëren afhankelijk van uw exacte setup. Voor gedetailleerde instructies is het raadzaam om de officiële MariaDB-documentatie te bezoeken op: https://mariadb.com/kb/en/setting-up-replication/