Om een verkeerde configuratie op een NNTP-server vast te stellen, zijn de volgende stappen nuttig:
1. Controleer of de server correct is geïnstalleerd en geconfigureerd. Dit kan worden gedaan door de serverdocumentatie te raadplegen en te controleren of alle vereiste configuratiebestanden aanwezig zijn.
1. Controleer of de NNTP-communicatiepoort correct is geconfigureerd. De meest gebruikte poort voor NNTP-communicatie is poort 119. Zorg ervoor dat de poort open en toegankelijk is vanuit het netwerk waarop de server zich bevindt.
1. Controleer of de toegangsbeperkingen op de server correct zijn geconfigureerd. De meeste NNTP-servers hebben beperkingen voor toegang en zullen alleen toegang toestaan vanaf bepaalde IP-adressen of netwerken. Zorg ervoor dat deze beperkingen correct zijn ingesteld en dat je als gebruiker over de juiste toegangsrechten beschikt.
1. Controleer of de rechten van de gebruikersaccounts correct zijn geconfigureerd. Als gebruikers niet in staat zijn om berichten te plaatsen, kan dit te maken hebben met hun gebrekkige toegangsrechten op de server.
1. Controleer of de server de juiste artikelen ontvangt. Als de server niet de juiste artikelen ontvangt, kan dit te maken hebben met problemen bij het synchroniseren van de server met andere servers in het netwerk of met het feit dat de server niet correct geconfigureerd is in het netwerk.
1. Vraag de provider om hulp. Als je een provider gebruikt, neem dan contact op met de provider en vraag om hulp bij de configuratie van je NNTP-server. Providers hebben vaak voldoende expertise om de configuratieproblemen op te lossen en kunnen wellicht nuttige tips en adviezen geven over hoe je je server kunt verbeteren.