Modules in Node.js zijn een set functies of eigenschappen die zijn ingekapseld in specifieke pakketten of scripts die kunnen worden gebruikt binnen andere stukken code. Elke module in Node.js heeft zijn eigen context en is dus niet beschikbaar buiten de module tenzij het expliciet wordt geëxporteerd.
Modules in Node.js worden voornamelijk op twee manieren gebruikt: via core (ingebouwde) modules en via externe (geïnstalleerde) modules.
1. Core Modules: Dit zijn de modules die bij de Node.js-runtime worden geleverd. Voorbeelden zijn ‘http’, ‘fs’, ‘url’, ‘path’, enz. Om een core module te gebruiken, gebruikt u de require() functie om het te importeren in uw bestand.
Bijvoorbeeld:
```
const fs = require(‘fs’);
```
1. Externe Modules: Dit zijn de modules die worden geïnstalleerd via npm (Node Package Manager) en die door de gemeenschap worden ontwikkeld. Voorbeelden zijn ‘express’, ‘lodash’, ‘async’, enz. Ze kunnen worden gebruikt op dezelfde manier als core modules, maar ze moeten eerst worden geïnstalleerd via npm.
Bijvoorbeeld:
```
const express = require(‘express’);
```
Naast deze, kunt u ook uw eigen aangepaste modules maken en deze importeren in uw bestanden. Het gebruik van modules helpt bij het organiseren van code op een logische en overzichtelijke manier, wat bijdraagt aan betere onderhoudbaarheid en herbruikbaarheid van code.