Om te controleren of OSPF correct werkt, kunt u de volgende stappen uitvoeren:
1. Bekijk de OSPF-buurtrelaties tussen de routers. Gebruik het commando ‘show ip ospf neighbor’ om te zien of alle routers elkaar als buren zien en of hun burenstatus ‘Full’ is. Indien de burenstatus niet ‘Full’ is, kunnen er problemen zijn met de OSPF-configuratie.
1. Bekijk de OSPF-topologie. Gebruik het commando ‘show ip ospf topology’ om te zien of de routingtabel correct is opgebouwd en dat de juiste kostendistributies zijn berekend. Hiermee kunt u controleren of alle routers de juiste informatie delen en dat de OSPF-route correct wordt berekend.
1. Controleer of de OSPF-metrieken correct zijn ingesteld. Gebruik het commando ‘show ip ospf interface’ om te controleren of de OSPF-metrieken correct zijn ingesteld op de interfaces van de routers. Zorg ervoor dat de kosten op alle interfaces correct zijn geconfigureerd en dat er geen onnodige blokkades of beperkingen zijn.
1. Controleer de OSPF-berichtenuitwisseling. Gebruik het commando ‘debug ip ospf adj’ om te controleren of de routers OSPF-LSA’s correct uitwisselen en ontvangen. Zo kunt u eventuele problemen met de communicatie tussen de routers oplossen.
1. Controleer de OSPF-convergentietijd. Als de OSPF-convergentietijd te traag is, kan dit problemen veroorzaken in de netwerkprestaties. Gebruik het commando ‘show ip ospf database’ om te zien hoe snel de OSPF-database wordt bijgewerkt en zorg ervoor dat dit binnen een acceptabel bereik blijft.
Als u problemen tegenkomt bij een van deze stappen, kan er een probleem zijn met de OSPF-configuratie en moet u de configuratie controleren en indien nodig aanpassen.