De `sys`-module in Python maakt deel uit van de standaardbibliotheek en biedt toegang tot enkele variabelen die worden gebruikt of beheerd door de Python-interpreter.
Hier zijn enkele van de meest gebruikelijke functies die deze module biedt:
1. `sys.argv` wordt gebruikt om opdrachtregelargumenten door te geven aan Python-scripts.
```
import sys
print(f“Naam van het script: {sys.argv0}”)
print(f“Aantal argumenten: {len(sys.argv)-1}”)
print(f“Argumenten doorgegeven: {str(sys.argv)}”)
```
1. `sys.exit(n)` kan worden gebruikt om een script te beëindigen met de gegeven uitgangsstatus `n`.
```
import sys
if len(sys.argv) < 2:
sys.exit(“Foutmelding: te weinig argumenten”)
```
1. `sys.version` geeft de huidige Python-versie.
```
import sys
print(sys.version)
```
1. `sys.path` wordt gebruikt om te weten te komen welke paden Python doorzoekt om modules te importeren.
```
import sys
print(sys.path)
```
1. Met `sys.stdin`, `sys.stdout` en `sys.stderr` kunt u de standaard invoer-/uitvoer-/foutstreams manipuleren.
```
import sys
# printen via stdout
sys.stdout.write(“Dit is een standaardfoutmelding\n”)
# evenveel als print(“Dit is een standaardfoutmelding”)
```
Vergeet niet dat, zoals bij alle modules, u eerst de `sys`-module moet importeren met `import sys` voordat u de functies ervan kunt gebruiken.
