Lezen en schrijven naar een bestand in Python kan worden gedaan met de ingebouwde functies `open()`, `read()`, `write()`, en `close()`.
Hier is een voorbeeld van hoe je een bestand kunt lezen:
```
En hier is een voorbeeld van hoe je naar een bestand kunt schrijven:
```
Let op dat in schrijfmodus (‘w’), de bestaande inhoud van het bestand wordt overschreven. Als je tekst aan een bestaand bestand wilt toevoegen zonder de bestaande tekst te verwijderen, open je het bestand in toevoegmodus (‘a’) in plaats van in schrijfmodus.
Het wordt aanbevolen om de `with`-statement te gebruiken bij het omgaan met bestandsobjecten. Het voordeel is dat het bestand correct wordt afgesloten na voltooiing van de bewerkingen in de `with`-block. Hier is het lezen en schrijven naar een bestand met `with`-statement:
```
In het bovenstaande voorbeeld hoef je `file.close()` niet expliciet aan te roepen – het wordt automatisch aangeroepen bij het einde van de `with`-block.