In Python worden pakketten gebruikt voor het organiseren van gerelateerde modulecodes in één directory. Dit maakt het beheer van grootschalige projecten veel efficiënter. Hier zijn de stappen om een pakket te maken:
1. Maak eerst een nieuwe map voor je pakket. De naam van deze map wordt de naam van het pakket.
1. Binnen deze map, maak een bestand genaamd `__init__.py`. Dit bestand kan leeg zijn maar het moet bestaan, omdat het aangeeft dat de map een Python pakket is.
1. Voeg alle gerelateerde Python-modules aan deze map toe. Dit zijn eenvoudigweg Python-scripts (.py bestanden) die de functionaliteit van je pakket uitvoeren.
1. Je kunt ook subpakketten maken door submappen te creëren. Zorg ervoor dat elke map ook een `__init__.py` bestand bevat.
Voorbeeld:
Stel dat je een pakket wilt maken genaamd “mypackage” met twee modules genaamd “module1” en “module2”. Je structuur zou er dan zo uitzien:
mypackage/
- init.py
- module1.py
- module2.py
Nu kan je je pakket importeren in een andere Python-script met `import mypackage`. Om een specifieke module te importeren, kan je `from mypackage import module1` gebruiken.
Vergeet niet dat alle bestanden en mappen in dezelfde directory moeten zijn als je hoofd Python-script, tenzij je werkt met een geconfigureerd pad voor Python modules.
De inhoud van `__init__.py` bestanden zijn leeg voor eenvoudige pakketten. Voor complexere pakketten kunnen deze bestanden code bevatten om te bepalen welke modules worden geïmporteerd wanneer `*` wordt gebruikt, of om automatisch bepaalde delen van de modules te laden voor betere efficiëntie.