In Python gebruik je de round()-functie om een getal af te ronden. Hier is een voorbeeld:
```
afgerond_getal = round(3.14159, 2)
print(afgerond_getal)
```
In dit voorbeeld wordt het getal pi afgerond tot twee decimalen, dus de output zou “3.14” zijn. De round()-functie neemt twee argumenten: het eerste is het getal dat je wilt afronden en het tweede is het aantal decimalen waarnaar je wilt afronden. Als je geen tweede argument geeft, wordt het getal afgerond tot het dichtstbijzijnde geheel getal.