Een set in Python is een ongeordende verzameling unieke elementen. Sets zijn nuttig voor het opslaan en uitvoeren van operaties op lijsten waar de volgorde van de elementen niet van belang is en we geen duplicaten willen.
Set aangemaakt in Python:
```
mijnset = {1, 2, 3, 4, 5}
print(mijnset) # output: {1, 2, 3, 4, 5}
```
Zoals u kunt zien, werd de set gedefinieerd met behulp van accolades (`{}`). U kunt ook een set maken met behulp van de `set()`-functie:
```
mijnset = set([1, 2, 3, 4, 5])
print(mijnset) # output: {1, 2, 3, 4, 5}
```
Operaties op sets:
1. Add: De `add()` functie wordt gebruikt om een afzonderlijk element aan de set toe te voegen.
```
mijnset.add(6)
print(mijnset) # output: {1, 2, 3, 4, 5, 6}
```
1. Update: De `update()` functie wordt gebruikt om meerdere elementen aan de set toe te voegen.
```
mijnset.update([7,8,9])
print(mijnset) # output: {1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9}
```
1. Remove: De `remove()` functie wordt gebruikt om een element uit de set te verwijderen. Als het element niet wordt gevonden, geeft het een fout.
```
mijnset.remove(9)
print(mijnset) # output: {1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8}
```
1. Discard: De `discard()` functie werkt hetzelfde als `remove()`, maar geeft geen fout als het element niet wordt gevonden.
```
mijnset.discard(10)
print(mijnset) # output: {1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8}
```
1. Clear: De `clear()` functie wordt gebruikt om alle items uit de set te verwijderen.
```
mijnset.clear()
print(mijnset) # output: set()
```
Sets ondersteunen ook wiskundige operaties zoals verenigen, snijpunten, verschillen en symmetrische verschillen.