In Python zijn er hoofdzakelijk twee manieren om een lijst te sorteren:
1. Met de `sort()` methode: deze methode sorteert de elementen van een lijst in oplopende volgorde.
```
lijst = [3, 1, 4, 1, 5, 9, 2, 6, 5, 3, 5]
lijst.sort()
print(lijst) # output: [1, 1, 2, 3, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 9]
```
De `sort()` methode sorteert de lijst ter plaatse, wat betekent dat de originele lijst wordt veranderd en de gesorteerde lijst niet wordt geretourneerd.
1. Met de `sorted()` functie: deze functie neemt een iterabel object (zoals een lijst) en retourneert een nieuwe gesorteerde lijst met elementen.
```
lijst = [3, 1, 4, 1, 5, 9, 2, 6, 5, 3, 5]
gesorteerde_lijst = sorted(lijst)
print(gesorteerde_lijst) # output: [1, 1, 2, 3, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 9]
```
In beide gevallen wordt standaard in oplopende volgorde gesorteerd. Als je in aflopende volgorde wilt sorteren, kun je het `reverse=True` argument gebruiken.
```
lijst = [3, 1, 4, 1, 5, 9, 2, 6, 5, 3, 5]
lijst.sort(reverse=True)
print(lijst) # output: [9, 6, 5, 5, 5, 4, 3, 3, 2, 1, 1]
```