Hooks zijn functies die je kunt gebruiken om bepaalde functies of levenscyclusmethoden van React aan te spreken zonder dat je componenten in een klasse hoeft te veranderen. Er zijn verschillende ingebouwde hooks die je kunt gebruiken, waaronder useState, useEffect en useContext.
Hierbij enkele instructies om een hook te gebruiken in Reactjs:
1. Importeer de hook die je wilt gebruiken uit de ‘react’ bibliotheek. Bijvoorbeeld:
```
import React, { useState } from ‘react’;
```
1. Declareer de hook aan het begin van je functionele component.
```
const [count, setCount] = useState(0);
```
In dit geval hebben we de “useState” hook gebruikt om de staat van ‘count’ bij te houden en een functie om die staat te updaten.
1. Gebruik de variabele en updater-functie in je component.
```
return (
Je hebt op deze knop {count} keer geklikt.
Hooks moeten altijd op het hoogste niveau van je functie worden aangeroepen, niet in loops, conditions of geneste functies. Dit zorgt ervoor dat de hooks in dezelfde volgorde worden aangeroepen bij elke render, waardoor React de juiste staat bij elke hook kan behouden. Het wordt aanbevolen om een linter-plugin als ‘eslint-plugin-react-hooks’ te gebruiken om te zorgen dat je deze regels niet overtreedt.