In Reactjs wordt de status van een component beheerd met behulp van de useState-hoofdfunctie.
Hier is een voorbeeld van hoe u de status kunt beheren:
```
import React, { useState } from ‘react’;
function Example() { // Declareer een nieuwe statusvariabele die we “count” noemen const [count, setCount] = useState(0);
return (You clicked {count} times
In dit voorbeeld is “count” de statusvariabele en “setCount” is de functie die we gebruiken om de status te updaten.
Wanneer we “setCount” aanroepen, zal het React-systeem de component opnieuw renderen met de nieuwe status.
Het useState-hoofdretourneert altijd een paar: de huidige status en een functie die het bijwerkt.
U kunt zo veel statusvariabelen declareren als u wilt.
Belangrijk is ook om te op te merken dat React ervoor zorgt dat de status tussen de re-renders wordt behouden.
In meer complexe scenario’s wilt u misschien de Redux-bibliotheek bekijken, die een robuuste oplossing biedt voor het beheren van de status voor complexe React-applicaties.