OID’s worden gecodeerd als een reeks van getallen gescheiden door punten. Het eerste getal is de top van de OID-boom die gedefinieerd is door de International Standards Organization (ISO) en de International Telecommunications Union (ITU-T). Elk volgend getal in de OID is een identificator voor een specifieke component in de boomstructuur, bijvoorbeeld een organisatie, een applicatie of een specifieke functie. Deze nummers worden toegewezen door verschillende standaardisatieorganisaties en worden ook gebruikt voor het identificeren van objecten in SNMP (Simple Network Management Protocol) en andere netwerkbeheerprotocollen.