SNMP-gegevenstypen worden gecodeerd als een combinatie van een type-ID en de werkelijke gegevenswaarde.
Het type-ID is een nummer tussen 1 en 23 dat het gegevenstype identificeert, zoals Integer, String, Octet String, TimeTicks, etc. De exacte lijst van typen en bijbehorende ID’s wordt beschreven in de MIB (Management Information Base) van het apparaat.
De werkelijke gegevenswaarde wordt gecodeerd op basis van het specifieke gegevenstype. Bijvoorbeeld, als het type-ID Integer is, wordt de gegevenswaarde gecodeerd als een binair getal in twee complementen-notatie.
In sommige gevallen kan de gegevenswaarde ook ingesloten worden in een ander gegevenstype, zoals wanneer een IP-adres wordt opgeslagen in een Octet String.
De gecodeerde gegevens worden vervolgens verzonden via SNMP-berichten tussen de SNMP-agent en de SNMP-manager. De manager decodeert de ontvangen gegevens om ze te begrijpen en te verwerken voor verdere analyse.
