SNMP (Simple Network Management Protocol) wordt gebruikt om de prestaties van netwerkapparaten en -systemen te beheren en te bewaken. Hieronder volgen de stappen die worden gevolgd om prestaties te beheren met SNMP:
1. Verzamel gegevens: SNMP-agents op elk netwerkapparaat verzamelen prestatiegegevens over het apparaat. Deze gegevens omvatten informatie over netwerkverkeer, CPU-gebruik, geheugenverbruik en andere prestatie-indicatoren.
1. Verzenden van gegevens: De SNMP-agenten sturen deze gegevens naar het Network Management Station (NMS), die de gegevens vastlegt en analyseert.
1. Analyse van gegevens: De NMS analyseert de prestatiegegevens om te bepalen of er problemen zijn met het netwerk. Als er problemen worden gedetecteerd, worden er waarschuwingen verzonden naar de beheerder.
1. Beheren van prestaties: De beheerder kan de prestaties van het netwerk beheren door de configuratie van apparaten aan te passen of door extra bronnen toe te voegen om de prestaties te verbeteren.
1. Rapportage van prestaties: SNMP biedt ook de mogelijkheid om prestatierapporten te genereren, die inzicht geven in de prestaties van het netwerk over langere perioden. Dit helpt bij het identificeren van trends en het plannen van toekomstige capaciteit.
Kortom, SNMP gebruikt gegevensverzameling, analyse, configuratie en rapportage om de prestaties van netwerkapparaten en -systemen te beheren en te verbeteren.