Objecten in SNMP worden geïdentificeerd door middel van Object Identifiers (OID’s). Dit zijn unieke numerieke identificatoren die elke beheerde entiteit in het netwerk heeft. De OID’s worden georganiseerd in een boomstructuur die begint bij het basisniveau van 1.3.6.1 en bestaat uit afdelingen en onderafdelingen. Elk onderdeel van de OID representeert een uniek object in het netwerk, zoals een interface, een CPU of geheugengebruik. Beheerders kunnen deze OID’s gebruiken om specifieke objecten te identificeren en te monitoren in het netwerk met behulp van SNMP-beheerhulpmiddelen.