Om een SSH-server te configureren voor shell-toegang, volg je onderstaande stappen:
1. Installeer de SSH-server op de computer waarop je toegang tot de shell wilt verlenen. Dit kan op verschillende manieren, afhankelijk van het besturingssysteem dat je gebruikt.
1. Nadat de SSH-server is geïnstalleerd, open je het configuratiebestand. Dit is vaak te vinden op het pad /etc/ssh/sshd\_config, maar kan variëren afhankelijk van het besturingssysteem.
1. Voeg een regel toe om shell-toegang toe te staan. Zo kun je bijvoorbeeld de optie “PermitRootLogin yes” of “AllowUsers username” toevoegen om bepaalde gebruikers of de root-toegang toe te staan.
1. Voer eventueel extra opties in om de beveiliging van de SSH-server te verbeteren, zoals het inschakelen van authenticatie via keys of het beperken van de IP-adressen die toegang hebben tot de server.
1. Sla het configuratiebestand op en herstart de SSH-service zodat de wijzigingen van kracht worden.
Als alles goed is geconfigureerd, kun je nu verbinding maken met de SSH-server met behulp van een SSH-client, zoals PuTTY of OpenSSH, en toegang krijgen tot de shell op de computer.