Het stroomcontrolemechanisme van TCP is ontworpen om de hoeveelheid gegevens te regelen die een zender naar een ontvanger kan sturen zonder dat de ontvanger overweldigd raakt. Dit helpt bij het voorkomen van congestie in het netwerk en zorgt ervoor dat de communicatie soepel verloopt.
Het mechanisme werkt als volgt:
1. De ontvanger stuurt regelmatig een bericht naar de zender met daarin het actuele aantal door hem ontvangen bytes en het aantal bytes dat hij nog kan ontvangen.
1. De zender houdt dit aantal bytes bij en past zijn verzendsnelheid aan op basis van de uitgevoerde berekeningen.
1. Als de ontvanger zijn buffer begint te vullen, wordt de zender automatisch geregeld door de controlemechanismen om de stroom van gegevens te verminderen.
1. De zender kan de grootte van het door te sturen datapakket beheren, waarbij de grootte van het datapakket varieert afhankelijk van de toestand van het netwerk.
1. Het stroomregelaar controleert aldus de doorvoer van het netwerk en het aantal beschikbare pakketten in de zender- en ontvangerbuffers om de optimalisatie van het hele systeem mogelijk te maken.
Op deze manier houdt het stroomcontrolemechanisme van TCP de communicatie efficiënt en betrouwbaar door de overdracht van gegevens op een goed georganiseerde manier te beheren, waardoor de kans op congestie en fouten wordt verkleind.