De synchronisatie van een TCP-verbinding wordt uitgevoerd met gebruik van het zogenaamde “drie-wegshandshake”. Dit proces gaat als volgt:
1. De afzender (client) stuurt een SYN-pakket naar de ontvanger (server) om te vragen of deze bereid is om een TCP-verbinding op te zetten.
1. De ontvanger antwoordt met een SYN-ACK-pakket om te bevestigen dat hij de SYN ontvangen heeft en bereid is om een verbinding op te zetten.
1. De afzender stuurt een ACK-pakket terug om te bevestigen dat hij de SYN-ACK ontvangen heeft en dat de verbinding geactiveerd is.
Op dit punt is de verbinding tot stand gebracht en kunnen beide partijen data uitwisselen. De SYN-, SYN-ACK- en ACK-pakketten worden bij het opzetten van de verbinding uitgewisseld om ervoor te zorgen dat beide partijen weten dat de verbinding actief is en dat ze beide data kunnen verzenden en ontvangen.