Om High Availability (HA) in een vSphere-cluster te configureren, volg je de onderstaande stappen:
1. Controleer of je vSphere-cluster voldoet aan de vereisten voor het configureren van HA.
1. Zorg ervoor dat de DNS-instellingen correct zijn ingesteld. De hostnamen van alle hosts in het cluster moeten resolvable zijn via DNS.
1. Controleer of de hosts in het cluster een netwerkadapter hebben die geschikt is voor gebruik met vSphere HA.
1. Configureer vSphere HA. Dit kun je doen door de volgende stappen te volgen:
- Navigeer naar het vSphere-clientdashboard en selecteer het vSphere-cluster waarvoor je HA wilt configureren.
- Selecteer het tabblad “Configure” en klik vervolgens op “vSphere HA”.
- Klik op “Edit”.
- Klik op “Turn On” om HA in te schakelen.
- Selecteer het netwerk waarmee vSphere HA moet communiceren.
- Klik op “Next”.
- Specificeer de gegevens van het HA-slot. Dit is belangrijk omdat HA hierdoor kan bepalen of voldoende resources beschikbaar zijn voor het opnieuw starten van VM’s.
- Klik op de knop “Finish” om de configuratie te voltooien.
1. Controleer of alles goed werkt door te testen of vSphere HA correct wordt geactiveerd bij storingen. Dit kan worden gedaan door een van de ESXi-hosts in het cluster te isoleren. Als vSphere HA correct is geconfigureerd, worden de VM’s op de geïsoleerde host automatisch opnieuw gestart op een andere host in het cluster.
Als alles goed werkt, is de configuratie van vSphere HA voltooid en zorgt het ervoor dat VM’s automatisch opnieuw worden gestart op een andere host als er zich een storing voordoet.
