1. Begin met het selecteren van een geschikte back-upoplossing die compatibel is met uw gevirtualiseerde infrastructuur en applicaties.
1. Stel vervolgens back-upbeleidsregels in voor elke virtuele machine (VM) op basis van de herstelbehoeften en retentievereisten van gegevens.
1. Configureer vervolgens op schijven gebaseerde back-updoelen die geschikt zijn voor de grootte van uw back-upset en het herstelproces.
1. Activeer snapshotbeheer op uw VM’s om ervoor te zorgen dat u snel en betrouwbaar back-ups kunt maken zonder downtime voor uw gevirtualiseerde omgeving.
1. Test uw back-upoplossing en -procedures om te verifiëren dat gegevens en applicaties snel en betrouwbaar worden hersteld in geval van een calamiteit.
1. Zorg voor regelmatige back-upcontroles om er zeker van te zijn dat uw back-upprocessen goed werken en dat u geen gegevens verliest.
1. Documenteer uw back-up- en herstelprocedures en zorg ervoor dat u de procedures actueel houdt om ervoor te zorgen dat u snel en betrouwbaar kunt herstellen in geval van een calamiteit.