Hoe het opdrachtregelprogramma in vCenter te gebruiken?

Het opdrachtregelprogramma in vCenter kan worden gebruikt om verschillende taken uit te voeren, zoals het beheren van hosts, virtuele machines en opslag. Hieronder staan enkele voorbeelden van opdrachten die kunnen worden uitgevoerd:

- Om een VM te starten:
`vmware-cmd -s start `

- Om een VM te stoppen:
`vmware-cmd -s stop `

- Om de status van een VM te controleren:
`vmware-cmd -s getstate `

- Om de netwerkinstellingen van een VM te wijzigen:
`vmware-cmd -s setservicename eth0 “New_network_name”`

- Om snapshots te beheren:
`vmware-cmd -s createsnapshot `
`vmware-cmd -s removesnapshot `

- Om de status van een host te controleren:
`vmware-cmd -l`

- Om een host toe te voegen:
`vmware-cmd -s addhost -u -p `

- Om een datastore toe te voegen:
`vmware-cmd -s adddatastore -d “” -h -u -p `

- Om de status van een datastore te controleren:
`vmware-cmd -s datastoreinfo `

Opmerking: zorg ervoor dat u de juiste syntax gebruikt voor elke opdracht en pas het pad naar de bestanden aan op uw systeem.