Voordat u instellingen voor gedistribueerde opslag kunt configureren in vCenter, moet u ervoor zorgen dat u een gedistribueerde dataopslagcluster heeft gemaakt. Volg hiervoor de volgende stappen:
1. Maak een nieuw gedistribueerd dataopslagcluster
1. Geef het gedistribueerde dataopslagcluster een naam
1. Selecteer de hosts die u aan het cluster wilt toevoegen
1. Klik op “Opslag” en vervolgens op “Gedistribueerde dataopslag”
1. Klik op “Nieuwe datastore maken” om een nieuwe datastore te maken
1. Kies het type datastore dat u wilt maken (VMFS of NFS)
1. Kies de locatie waar u de datastore wilt opslaan
1. Kies de grootte van de datastore
1. Klik op “Volgende” en accepteer de standaard instellingen of pas de instellingen aan naar uw eigen voorkeuren
1. Klik op “Voltooien” om het maken van de datastore te voltooien
Na het maken van de gedistribueerde datastore, kunt u instellingen voor gedistribueerde opslag configureren. Deze instellingen omvatten bijvoorbeeld het wijzigen van de hostselectie, de opslagtijd en de storingsdrempels. U kunt ook de opslagclusterinstellingen configureren, zoals opslagprofielen, I/O-filters en zaken als thin provisioning. Om deze instellingen te configureren, klikt u op de gedistribueerde datastore en vervolgens op het tabblad “Instellingen”. Vanaf daar kunt u de instellingen bewerken zoals u dat nodig acht.
