Privénetwerken, ook wel bekend als virtual private networks (VPNs), werken doorgaans door een beveiligde internetverbinding tussen twee of meer apparaten tot stand te brengen. Dit gebeurt door gebruik te maken van een speciaal encryptieprotocol dat ervoor zorgt dat alle datatransmissies tussen de verbonden apparaten veilig en vertrouwelijk blijven.
Om een privénetwerk op te zetten, moeten de apparaten die deel willen uitmaken van het netwerk eerst verbinding maken met een gemeenschappelijke server. Deze server fungeert als een soort tussenpersoon die ervoor zorgt dat de communicatie tussen de apparaten beveiligd en versleuteld wordt.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, kunnen de apparaten in het privénetwerk veilig met elkaar communiceren en kunnen bestanden, documenten, berichten en andere informatie veilig worden uitgewisseld tussen de verschillende apparaten.
Privénetwerken worden vaak gebruikt door bedrijven en organisaties om een veilige en beveiligde omgeving te creëren voor hun werknemers en om gevoelige bedrijfsinformatie te beschermen tegen hackers en andere kwaadwillenden. Maar ook individuen maken tegenwoordig steeds vaker gebruik van privénetwerken om hun online privacy en veiligheid te beschermen.
