WebDAV-servers ondersteunen acties op eigendommen door middel van HTTP-methoden. De volgende methoden worden gebruikt om acties op eigendommen uit te voeren:
1. PROPFIND – deze methode wordt gebruikt om de eigenschappen van een bepaalde bron op te halen.
1. PROPPATCH – deze methode wordt gebruikt om de eigenschappen van een bepaalde bron te wijzigen.
1. MKCOL – deze methode wordt gebruikt om een nieuwe collectie of map te maken.
1. MOVE – deze methode wordt gebruikt om een bestand of map van de ene locatie naar de andere te verplaatsen.
1. COPY – deze methode wordt gebruikt om een bestand of map te kopiëren naar een nieuwe locatie.
1. DELETE – deze methode wordt gebruikt om een bestand of map te verwijderen.
Door het gebruik van deze methoden kunnen gebruikers eenvoudig acties uitvoeren op eigendommen vanuit een WebDAV-client. WebDAV-servers ondersteunen ook het maken en beheren van eigenschappen op basis van HTTP-standaarden, wat het beheer van bronnen op de server verbetert.